Intervisie praktijkopleiders doktersassistenten

Doel van het project

Om praktijkopleiders voor te bereiden op hun rol wordt op dit moment al in samenwerking met SBB en het Deltion College een workshop ‘Goed van start als praktijkopleider’ aangeboden. Daarnaast willen we de praktijkopleiders drie begeleide intervisie bijeenkomsten aanbieden onder leiding van een docent van het Deltion college. Tijdens deze drie bijeenkomsten wordt de incidentmethode aangeleerd. Het doel is dat de deelnemers na deze drie bijeenkomsten zelfstandig verder kunnen gaan met hun intervisiegroep.

Activiteiten

• Drie intervisiebijeenkomsten organiseren
• Contracteren van de docent
• Tien deelnemers werven
• Overleg over data met de deelnemende praktijken en de docent
• Overleg over de locatie met de deelnemende praktijken
• Administratieve afhandeling van de bijeenkomsten (inschrijven deelnemers, maken van presentielijsten, bewijs van deelname)
• Een vragenlijst voor de resultaatmeting maken

Resultaat

Tijdens het leren van de incidentmethode werd aandacht besteed aan communicatieve vaardigheden: reflecteren, de casus werd aangeleverd volgens het model van Korthagen, een open vraag stellen, een vraag stellen zonder oordeel, doorvragen en alternatieven bedenken. De assistenten gaven aan dat zij na afloop van het traject beter toegerust waren om gesprekken met stagiaires te voeren. Door meer rust te nemen voor het gesprek, beter na te denken over de soort vragen lukte het bijvoorbeeld beter om niet in te vullen wat de stagiair nodig had maar te luisteren naar wat de stagiair zelf aangaf. Ook het uitwisselen van collega's uit andere praktijken werd als positief ervaren. Het gaf een stuk herkenning en met elkaar kwamen ze tot oplossingen voor situaties die ze als lastig ervaarden.

In de voor- en nameting zijn drie vragen gesteld om de resultaten te meten. Deelnemers konden scoren op een vierpuntsschaal van onvoldoende tot zeer goed. Hieruit bleek dat de assistenten zich beter toegerust voelden om stagiairs te begeleiden, dat problemen vaker bespreekbaar worden gemaakt en dat zij zich meer in staat voelen om de stagiair objectief te kunnen beoordelen.